De oprichting
“Als niemand onze ideeën durft uit te voeren dan doen we het maar zèlf!”
Onder dit motto richtte de Werkgroep Gelders Initiatief op 17 mei 1983 de Woningbouwvereniging Gelderland (WBVG) op, dit als antwoord op de slechte huisvestingssituatie voor jongeren. De werkgroep wilde iets doen aan het -in hun ogen nijpende- tekort aan betaalbare woon- en werkruimte. Hun oplossing was even simpel als doeltreffend: laat huurders zelf leegstaande panden in Gelderland bewoonbaar maken.
Met deze insteek klopte de werkgroep tevergeefs aan bij de bestaande woningcorporaties. In de ogen van de corporaties was het exploiteren van oude gebouwen een te groot risico. Het oprichten van een eigen corporatie was de enige mogelijkheid voor de werkgroep om verder te gaan met de plannen. De oprichting van de WBVG werd daarmee een feit.
Experimentele volkshuisvesting
Hoewel velen twijfelden of de ideeën van de WBVG haalbaar waren, werd het experiment met volle belangstelling gevolgd in volkshuisvestingskringen. Want zou de grote betrokkenheid en inzet van bewonersgroepen inderdaad leiden tot de gewenste lage huren? Een provinciale werkgelegenheidssubsidie zorgde ervoor dat betaalde krachten aan de slag konden. In 1985 werd er subsidie beschikbaar gesteld door de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV). De WBVG kon beginnen met projecten in Arnhem, Nijmegen, Twello, Wageningen en Zutphen. Onderhandelingen met overheden over aankoop, financiering en verbouwing werden mede door de bewoners zelf gevoerd.
Zwaar weer
In juli 1985 erkende de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Brokx, de WBVG als niet-winstbeogende instelling. Net als andere woningcorporaties kon de WBVG nu gebruik maken van subsidies voor de volkshuisvesting. Daarmee kwam de projectontwikkeling in een stroomversnelling.
Helaas bleken begin jaren 90 enthousiasme, doorzettingsvermogen en landelijke erkenning niet voldoende en stond er een crisis voor de deur. Het grote werkapparaat leverde problemen op toen de provinciale werkgelegenheidssubsidie werd stopgezet. Zeven personeelsleden vertrokken. Tevens waren er, in een poging om snel groot te worden, een aantal projecten opgestart die een groot beslag legden op de te kleine organisatie. Door de onstuimige groei werd er geen gedegen financieel beleid opgezet.
De zogenaamde bruteringsoperatie in 1994 leek de definitieve nekslag voor de WBVG. Met deze maatregel kocht de overheid haar jaarlijkse subsidies in één keer af. De berekeningen die de gevolgen van de brutering in beeld moesten brengen, voorspelden het faillissement van de WBVG rond 2003.
Het roer om
Toen een andere woningcorporatie zich aandiende voor fusie c.q. overname, begonnen de meningsverschillen binnen de vereniging zich af te tekenen. Een aantal huurders start de ‘Ontwikkelingengroep’ die op zoek gaat naar alternatieven om de WBVG te laten voortbestaan. Het initiatief van de groep betrokken bewoners leidde er uiteindelijk toe dat de Algemene Ledenvergadering in 1995 besloot zelfstandig door te gaan. Daarmee kwam een einde aan de fusieonderhandelingen.
De ontwikkelingengroep begon een solidariteitsdiscussie om te zien hoe ver de panden wilden gaan om de WBVG te laten overleven. De solidariteitsdiscussie legde de basis voor een heel nieuw huurbeleid. Ook waren de huurders bereid om een eenmalige huurverhoging van gemiddeld 23% te accepteren. De WBVG ging verder met een klein apparaat, maar met een sluitende exploitatie in het verschiet.
Tegelijkertijd werd de verenigingsstructuur aangepast en nieuw beleid geformuleerd.
Hernieuwde projectontwikkeling
Toen de financiële situatie zich weer begon te herstellen, kon er ook weer aan de ontwikkeling van nieuwe projecten gedacht gaan worden. Rond het millennium en in de jaren erna werden sporadisch nieuwe panden in beheer genomen. Omdat deze projecten geen extra financiële belasting voor het bestaande bezit mochten vormen, werd regelmatig samenwerking met andere corporaties gezocht. Soms leverde dat prachtige resultaten op, soms viel de samenwerking tegen.
Nadat er in 2008 stappen werden genomen om zelfstandig de projectontwikkeling op een hoger professioneel niveau te brengen, brak de economische crisis uit. Het antwoord daarop werd gevonden in een strategische samenwerking binnen de sector. In december 2010 is deze samenwerking tot stand gekomen in de vorm van een overeenkomst met woningcorporatie Talis uit Nijmegen en sindsdien wordt de projectontwikkeling met hernieuwd elan opgepakt. Samen met Talis hebben we in Waalsprong (het nieuwe stadsdeel van Nijmegen) achtereenvolgend de projecten IEWAN, Eikpunt en Sterappel gerealiseerd. In 2020 zijn we gestart met het bouwen van 46 woningen op Zuiderveld.
Daarnaast hebben we -ook weer samen met Talis- de afgelopen jaren ook ettelijke woonverenigingspanden (de zogenoemde STUT-panden) in beheer genomen, meer info vind je hier. Deze constructie is helaas niet meer mogelijk door met name exorbitant gestegen marktprijzen.
Een oudere infofolder van de WBVG vind je hier. Meer over de geschiedenis van de sociale woningbouw weten? Kijk eens bij het ISSG!